ראטרדם היהודית

ראטרדם היהודית

 

 

 

JOODS ROTTERDAM

 

 


 

Joodse begraafplaatsen in Rotterdam

Artikel uit Joods Rotterdam 3e nummer 2010

Joodse begraafplaatsen in Rotterdam

In dit artikel besteden we aandacht aan de Joodse begraafplaatsen in Rotterdam. Niet alleen omdat zij deel uitmaken van de geschiedenis van de Rotterdamse Joodse gemeenschap, maar ook omdat de teksten op grafstenen vaak genealogische informatie bevatten. Namen van (voor)ouders, beroepen, etc. Omdat het lichaam van een dode volgens de joodse leer aan de aarde moet worden toevertrouwd om tot stof te kunnen terugkeren, wordt joodse graven in principe niet geruimd. Indien er wél geruimd werd, werden de zerken en stoffelijke overschotten herbegraven. Dat is bij een tweetal begraafplaatsen in Rotterdam aan de orde geweest. Hierover hieronder meer. Met het ontstaan van de Joodse Gemeenschap in Rotterdam in 1610 ontstaat ook de wens om de doden op een eigen begraafplaats in Rotterdam te begraven. Die wens wordt al betrekkelijk snel na de oprichting van de Rotterdamse Joodse Gemeenschap voldaan.

Begraafplaats Jan van Loonslaan 1613 - 1695

In 1613 koopt Gratia Rodrigues Vega, weduwe van Gasper Sangez, een stuk grond aan de huidige Jan van Loonslaan voor de som van fl 200,-. Haar echtgenoot is waarschijnlijk de eerste die hier werd begraven. In eerste instantie worden hier de Portugese Joden begraven. Zo zijn hier onder meer de stenen te vinden van een aantal leden van de families Pinto en de le Penja. In 1669 ontvangt de Hoogduitse gemeente de begraafplaats in bruikleen en in 1681 wordt het eigendom officieel aan hen overgedragen. In 1930 schrijft gemeentearchivaris J.M. Droogendijk in het jaarboekje een artikel over de begraafplaats aan de Jan van Loonsloon met een beschrijving van de 33 grafstenen en een vertaling van de teksten op de grafmonumenten. We komen daarbij de beschrijving tegen van de grafzerk van Jacob Elias; deze vindt u in de eerste uitgave van Joods Rotterdam op pagina 12. Ook de graven van zijn 1e vrouw Dina Levie en zijn 2e vrouw Sara Tobias Magnus zijn in het jaarboek van 1930 beschreven. Het vertalen van de teksten op de grafstenen is geen makkelijke klus geweest. J.M. Droogendijk schrijft hierover: “ De Portugeesche en Spaansche leverden nog de minste bezwaren, hoewel zich toch verschillende moeilijkheden voordeden. Ten eerste door de gebruikte afkortingen, ten tweede doordat er van sommige afgebroken steenen letters of woorden ontbraken, of doordat de 17de-eeuwschen steenhouwers op een wat vrije wijze zijn omgesprongen met de samenstelling der woorden, wat begrijpelijk is, als we bedenken, dat ze de taal, waarin ze moesten werken, niet verstonden en wellicht de opdrachten niet altijd even duidelijk geweest zijn.” En over de grafstenen met Hebreeuwse teksten: “ De bezwaren verbonden aan de vertaling der Hebreeuwschen opschriften, waren nog veel grooter. De Hebreeuwsche karakters uit de 17de eeuw wijken zeer af van die uit den tegenwoordigen tijd en zijn bovendien door de verschillende steenhouwers ook zeer verschillend, soms gebrekkig, en wat erger was, niet zelden onjuist, weergegeven.” Het bovenstaande illustreert het belang van het fotograferen en vertalen van grafteksten nog eens extra. Want het moge duidelijk zijn dat grafstenen naar mate de tijd verstrekt van slechtere kwaliteit worden en het daarmee steeds moeilijker wordt om de informatie, die ons veel over het verleden leert, voor het nageslacht vast te leggen.

Begraafplaats Crooswijk 1695 – ca. 1700

De Portugese gemeenschap koopt in 1695 een nieuwe begraafplaats in Crooswijk. Deze begraafplaats wordt snel in gebruik genomen, want al op 11 oktober 1696 wordt hier Rachel Cohen Henrique begraven. Kennelijk achtte men deze begraafplaats toch niet zo geschikt, want al in 1696 wordt uitgekeken naar een begraafplaats op een andere locatie. Alhoewel deze nieuwe begraafplaats al in 1696 in gebruik genomen wordt, wordt er toch nog tot zeker in 1700 begraven op de begraafplaats in Crooswijk. Daarna verandert de begraafplaats een aantal malen van eigenaar en in 1864 wordt de begraafplaats overgenomen door de Rooms Katholieke Gemeente. In 1867 wordt er een kapel op gebouwd. Bij het metselen van de fundamenten stuit men op vier grafzerken. De zerken en de overblijfselen van de kisten worden overgebracht naar de begraafplaats aan de Jan van Loonslaan.

Begraafplaats Oostzeedijk 1696 - 1820

De nieuwe begraafplaats wordt gevonden aan de Oostzeedijk. Deze begraafplaats is tot 1820 in gebruik gebleven. In 1976 liet het Gemeentearchief Rotterdam foto’s maken van de ruim 200 zerken op de begraafplaats. De inscripties op de stenen waren toen nog in betere staat dan ze nu zijn. Dit jaar verscheen er een boek van de hand van Ton Hokken over de begraafplaats aan de Oostzeedijk. In dit boek, ‘Huis van de levenden’ staan foto’s van de grafstenen op de begraafplaats, een vertaling van de teksten op de grafstenen en aanvullende genealogische informatie. In 1901 is er over de begraafplaats aan de Oostzeedijk een conflict. Een deel van de grond waarvan men dacht dat daar niet begraven was, werd verkocht. Later bleek echter dat er wel begraven was, toen er vier grafzerken werden blootgelegd. Het graven werd stilgelegd. De nieuwe eigenaren waren bereid om de grond terug te verkopen, maar in eerste instantie kon men het niet eens worden over de prijs en de vraag wie de kosten zou betalen. Uiteindelijk is besloten om een deel van de kosten uit de gemeentekas te betalen en het restant uit particuliere bijdragen.

Begraafplaats Dijkstraat 1737 - 1895

Rond 1737 wordt er een begraafplaats in Kralingen aangekocht, bekend als begraafplaats Dijkstraat. In 1773 bleek de begraafplaats te klein en er wordt herhaaldelijk een stuk grond bijgekocht. De begraafplaats aan de Dijkstraat wordt tot 1895 gebruikt. Daarna worden er incidenteel nog kinderen begraven aan de Dijkstraat. Ook de graven van de begraafplaats aan de Dijkstraat zijn geruimd en in de jaren 1948 en 1966 zijn de zerken en stoffelijke overschotten naar Toepad (zie hieronder) overgebracht. In het Gemeentearchief Rotterdam is een index van deze graven terug te vinden en een weergave van de grafteksten. Bovendien zijn er foto’s van deze grafstenen op aanvraag in te zien.

Begraafplaats Toepad 1895 - heden

In datzelfde jaar, op 15 maart 1895, wordt begraafplaats Toepad in gebruik genomen die tot op heden in gebruik is. Toepad ligt in Kralingen, dat in 1895 door Rotterdam werd geannexeerd. Het gehele voorterrein van de begraafplaats (brug, tuin, gebouwen, hekken en voorplein) is nog in de originele staat en staat op de Rijksmonumentenlijst. Zoals hierboven aangegeven, zijn op Toepad ook de stoffelijke resten van de graven van de bedrijfsplaats aan de Dijkstraat herbegraven. Dit geldt ook voor de graven afkomstig van de Schiedamse joodse begraafplaats op het terrein van de Burcht van Mathenesse die in 1790 in gebruik werd genomen. Deze graven en de stoffelijke resten zijn in 1962 naar Toepad overgebracht.

 

 

 

 

 

 

Home

Abonneren

Artikelen

Inhoudsopgaven

Contact/redactie

Foto's

Vragen

Links

Registers